“Iedereen is vatbaar voor radicalisering”
Wat heeft de noodkreet in 2015 teweeggebracht?
Maarten: “Wel, op federaal vlak was er al een beleid rond terrorisme, maar dat vertrok vanuit het veiligheidsaspect. Uiteraard is dat ook nodig, maar we wilden vooral vermijden dat het zover komt. Daarom werd op Vlaams niveau een beleidsplan ter preventie van radicalisering uitgewerkt. Binnen dat plan neemt de VVSG een ondersteunende rol op. We geven advies en vormingen, er is een helpdesk, en we brengen de gemeenten ook samen rond de tafel om ervaringen uit te wisselen.”
Joyce: “Kort daarna werden gemeenten verplicht om ook lokaal rond de materie te werken. Aalst sprong als één van de eersten op de kar. We hebben al sinds 2016 een deradicaliseringsambtenaar – ikzelf oefen de functie sinds 2022 uit – en een LIVC-R. Een lokale Integrale Veiligheidscel Radicalisering is dat. Concreet zijn daar twee werkgroepen. De strategische tafel, met het schepencollege, politie en parket, zet de krijtlijnen uit. De partnertafel bespreekt de individuele dossiers. Daar nemen professionele partners zoals het CAW, het OCMW, het CLB en het justitiehuis aan deel. Er is ook een interregionale samenwerking met andere gemeenten uit de Denderregio, zodat we van elkaar kunnen leren.”
Wat is radicalisering precies?
Maarten: “Radicalisering is een proces en het komt bij allerlei thema’s voor. De eerste fase is het activisme. Dat is niet noodzakelijk negatief: het betekent gewoon dat je je inzet voor een zaak met de wettelijke middelen die er zijn zoals betogingen of pamfletten uitdelen. De tweede stap is het extremisme. Op dat moment ga je geweld verheerlijken of misschien uitoefenen. Terrorisme is de laatste stap, waarbij je angst gaat creëren. Er is niks mis met radicaal gaan voor een bepaalde zaak, zoals het klimaat of mensenrechten bijvoorbeeld, maar het hangt ervan af hoe je ermee omgaat.”
Joyce: “Radicaliseren is ook geen rechtlijnig proces. Het is afhankelijk van je persoonlijkheid, maar wordt evenzeer getriggerd door bepaalde gebeurtenissen. Ook de signalen zijn bij iedereen anders. Wat we wel vaak zien is dat mensen stoppen met school of werk, andere vriendengroepen krijgen, ander gedrag of ander uiterlijke kenmerken gaan vertonen, meer overgaan tot wij-zij-denken…”
“Dankzij onze preventieve aanpak, loopt het meestal goed af ”
Waarom radicaliseert iemand en hoe draai je dat proces terug?
Maarten: “Drie risicofactoren spelen een rol: noden, narratief en netwerk. Het begint altijd bij een bepaalde nood: je hebt problemen thuis of je wordt gediscrimineerd bijvoorbeeld. Rond die nood wordt een narratief gebouwd: een verhaal dat al die frustraties capteert. Dat kan politiek, religieus of over een bepaalde thema gaan, zoals tijdens de vaccinatiecampagnes. Als je dan in je netwerk medestanders vindt, versterk je elkaar en valt de kritische stem weg.”
Joyce: “Die drie risicofactoren zijn heel belangrijk in onze preventieve aanpak. Als een persoonlijk dossier bij ons wordt besproken, gaan we altijd eerst onderzoeken welke nood die persoon kan hebben getriggerd: geen huis of job meer, het wegvallen van sociaal contact, psychische problemen… Met alle partners aan tafel pakken we die noden aan en houden we mensen betrokken bij de maatschappij. Hoe vroeger we kunnen ingrijpen, hoe sneller we het radicaliseringsproces kunnen omkeren. En die aanpak blijkt te werken. Het merendeel van de casussen loopt goed af, zonder dat er politioneel moet worden ingegrepen.”
Maarten: “Aalst doet het zeer goed op dat vlak. Die persoonlijke aanpak wordt bij VVSG aak vernoemd als goed praktijkvoorbeeld. Een voltijdse deradicaliseringsambtenaar die tijd maakt om een vertrouwensband te creëren met alle partners en gemeenschappen zoals in Aalst, is eerder een uitzondering, maar het loont.”
Is iedereen vatbaar voor radicalisering?
Maarten: “Ja, want het is steeds een samenloop van omstandigheden. Stel dat e je job verliest en je kort daarna wordt verlaten door je partner. Als je dan ergens het gevoel krijgt dat je onrechtvaardig wordt behandeld én je wordt enkel omringd door een netwerk dat jouw verhaal versterkt… Iedereen is in meer of mindere mate vatbaar. Jongeren zijn er gevoeliger aan omdat ze hun identiteit nog aan het vormen zijn en vooral naar hun leeftijdsgenoten luisteren.”
Joyce: “Een aantal zaken kunnen ervoor zorgen dat jongeren niet in die val trappen: zich ergens thuis laten voelen, hen weerbaar maken en hen kritisch laten denken. We zetten ook enorm in op mediawijsheid in scholen, want via het internet is er veel valse info beschikbaar en wordt er vaak aan ronseling gedaan. Ook de algoritmes an sociale media helpen niet: eens je in een bepaald discours terechtkomt, zal je veel meer dezelfde info beginnen zien en ben je vertrokken.”
Wat kun je als burger zelf doen als je je zorgen maakt om iemand in je omgeving?
Joyce: “Niet blind zijn voor de signalen is een eerste stap. Als je merkt dat iemand zich anders gaat gedragen en veel meer gaat afzonderen, laat die persoon dan niet los. Zolang er dialoog mogelijk is, is er hoop. Blijf praten en vooral ook luisteren: vraag door om te zien wat er achter de ideeën schuilt. Wat is de oorzaak en waar haalt hij zijn info? En is er een evolutie merkbaar? Maak je je zorgen, dan meld je dat het best aan mij. Dat kan eenvoudig via een formulier op onze website aalst.be.
Alle informatie die je me geeft, valt onder het beroepsgeheim. En een melding maken betekent ook niet dat meteen de hele molen in gang schiet. Ik neem contact met je op en dan bekijken we samen de mogelijkheden. Daarna maak ik een inschatting of et dossier moet worden besproken met de partners. Samen kunnen we ervoor zorgen dat iemand waarvan je houdt zichzelf kan terugvinden.”