Dokter Marc Amant, die al sinds 1984 arts is, zou er kunnen voor kiezen om met pensioen te gaan, maar denkt nog niet aan stoppen. Na 28 jaar als solo-arts richtte hij een groepspraktijk op aan de Ouden Dendermondse Steenweg, waar hij samenwerkt et twee andere huisartsen, een verpleegkundige en een administratief medewerker. Dokter Anke Houtman werkt al 13 jaar in een groepspraktijk aan de Langestraat, samen met vijf vaste huisartsen, twee huisartsen in opleiding, twee verpleegkundigen en twee onthaalmedewerkers.
Het komt regelmatig in de media: veel Vlaamse gemeenten kampen met een huisartsentekort. Hoe ervaren jullie dat?
Marc: “In relatieve cijfers is er volgens mij geen tekort aan huisartsen. Maar het hangt er wel van af wat je van hen verwacht. Ik ben begonnen in een periode dat ze de straat plaveiden met huisartsen. Er waren er veel te veel. In die tijd moesten de artsen - vergeef me het woord - zich prostitueren om hun boterham te verdienen: de patiënt vroeg, wij draaiden. Met als gevolg dat er allerlei taken aan de huisarts werden toevertrouwd daarvoor je geen opleiding van 7 jaar aan de universiteit moest gevolgd hebben, zoals agenda’s beheren, telefoons opnemen… Als je ervan uitgaat dat huisartsen de dag van vandaag nog moeten werken zoals toen, dan
zijn er sowieso te kort.”
Anke: “Naar mijn mening zijn extra huisartsen zeker welkom. Over de jaren heen is de werkdruk in onze praktijk enorm toegenomen door de vergrijzing van de bevolking, collega’s die met pensioen gaan en de toenemende focus op preventieve zorg. Bovendien is het werk achter de schermen niet te onderschatten: patiënten vragen om opgebeld te worden voor kleine medische vragen, er zijn telefoontjes voor voorschriften, overleg met specialisten, psychologen en apothekers, de opvolging van laboresultaten... Al die zaken kosten veel tijd, naast patiënten behandelen.”
“Niemand is gebaat bij een uitgebluste huisarts”
Artsen en andere therapeuten bundelen steeds vaker hun krachten in groepspraktijken.
Anke: “Ik ben ervan overtuigd dat krachten bundelen binnen een groepspraktijk kan helpen om de werkdruk te verlichten. Onthaalmedewerkers kunnen veel telefoontjes en administratieve taken overnemen, terwijl eenvoudigere handelingen delegeren, zoals vaccinaties, bloedafnames of wondverzorging aan verpleegkundigen ook verlichting biedt. Door deze taken uit te besteden aan mensen die hierin even competent zijn, kunnen huisartsen zich volledig richten op het complexere denkwerk of huisartsgerichte taken, waardoor de focus op kwalitatieve zorg blijft.”
Marc: “Verschillende disciplines samen weten altijd meer dan één, waardoor werken in een groepspraktijk ook veel prettiger is. Ik werk nu in een situatie waar ik 35 jaar geleden alleen maar van kon dromen. Als iedereen zich herorganiseert, zouden we binnen 6 jaar niet meer van een tekort aan huisartsen mogen spreken.”
Toch werken veel artsen nog steeds met een patiëntenstop en is het dus niet eenvoudig om een arts te vinden.
Marc: “Patiëntenstops zijn me altijd een doorn in het oog geweest, maar ik begrijp dat sommige praktijken geen andere uitweg meer zien. Onze praktijk telt 1 300 patiënten per huisarts. Vroeger zagen we elke patiënt gemiddeld 5 keer per jaar, nu zijn het aantal consultaties verminderd, maar de contacten wel kwalitatiever. Een mogelijke oplossing is teruggaan naar wijkgerichte zorg, waarbij we het patiëntenbestand beperken tot mensen uit de directe omgeving. Zo heeft iedereen recht op een huisarts in de buurt, binnen de eigen wijk."
Anke: “Uiteraard heeft elke burger recht op een huisarts, maar een patiëntenstop is momenteel een noodzakelijk kwaad als we kwalitatieve zorg willen blijven bieden. Niemand is gebaat bij een uitgebluste huisarts. In onze praktijk geldt een beperkte instroom van patiënten. Mensen uit de wijk zijn zeker welkom. Het zou absurd zijn als onze overbuur aan de andere kant van Aalst naar de huisarts zou moeten.”
Kan de burger helpen om de druk op de zorg te verminderen?
Marc: “Zeker. De eerste vraag die een patiënt zich moet stellen is of een doktersbezoek echt nodig is, bijvoorbeeld bij een beetje keelpijn. De website moetiknaardedokter.be is een betrouwbare, wetenschappelijke tool hiervoor. Als je geen dokter nodig hebt, geeft de app zelfhulpadvies, zoals ‘neem een paracetamol, rust wat uit en binnen vier à vijf dagen is het opgelost.’ Zo voorkom je onnodig wachten bij de huisarts of huisartsenwachtpost. Soms is het antwoord wél ‘Ga naar de dokter’, gelukkig maar. (lacht)”
“Ik ben begonnen in een periode waarin ze de straat plaveiden met huisartsen”
Anke: “Sommige mensen komen langs met een lange lijst problemen die je niet binnen een kwartier kunt oplossen. Het zinnetje “Nu ik hier toch ben…” is welgekend bij huisartsen. (lacht) Eén extra klacht kunnen we tijdens een consultatie nog kwalitatief behandelen, maar bij drie of vier wordt dat lastig.”
Marc: “En dan heb je nog de huisbezoeken. Patiënten zouden vaker naar de praktijk moeten komen in plaats van huisbezoeken aan te vragen. Door al die verplaatsingen kunnen we maar drie patiënten bezoeken in twee uur tijd. De reistijd kost meer tijd dan het gesprek zelf. Files en parkeerproblemen blijven een uitdaging. In onze praktijk doet één arts zijn huisbezoeken per fiets binnen de ring van Aalst, maar zelfs dan kun je er niet meer dan tien afwerken op een namiddag. De stad Aalst biedt zorgparkeerstickers aan die burgers aan hun privégarage of oprit kunnen kleven waardoor zorgpersoneel de toestemming krijgt om maximaal 30 minuten te parkeren tijdens een consultatie. Dat zou ons ook al een stuk helpen.”
Anke: “Ben je nieuw in Aalst, wacht dan niet tot je een acuut probleem hebt om een huisarts te zoeken. Vraag een kennismakingsgesprek, zodat je dossier op orde is en je sneller geholpen kan worden als het nodig is. Zo winnen we ook heel wat tijd en komen we er wel. Op de website van huisartsenkringaalst.be staat een overzicht van alle huisartsen, met informatie over welke artsen nog nieuwe patiënten kunnen aannemen.”
Draag je steentje bij
en vraag een zorgparkeersticker aan via deze link of in het administratief centrum (Werf 9) aan de balie Leefmilieu en Omgeving.