Waarom vinden de werken plaats?
Paardenkastanjemineermot
Eind jaren negentig verscheen in Europa massaal de paardenkastanjemineermot. Een kleine vlinder waarvan de rupsen in het bladmoes van de paardenkastanje leeft. Die aantasting zorgde voor een verzwakking van de bomen, die tot slot leed tot de bloedingsziekte. In het achterste deel van de dreef, waar de bomen veel hoger waren dan vooraan, werd er voor gekozen om de bomen te kappen uit veiligheidsredenen.
Rode paardenkastanje
Bij de heraanplant wordt veel zorg besteed aan de ondergrondse standplaatsinrichting voor de bomen. Die manier van aanplanting zal geen tot weinig impact hebben op de nu alle krappe parkeerplaatsen. Als nieuwe boomsoort werd gekozen voor de rode paardenkastanje, die lijkt op de witte maar is veel minder gevoelig voor de aantastingen. Die soort draagt minder kastanjes wat ook het gebruik van de parkeerplaatsen in de herfst ten goed komt.
Gevolgen voor het verkeer?
- Het heraanleggen verloopt van boomvak tot boomvak waardoor er maximaal drie parkeervakken per uitbraakzone niet bereikbaar zijn. Zo schuift de werkzone verder op.
- Het einde van de Frans Blanckaertdreef wordt gedurende de volledige heraanleg gebruikt als tijdelijke opslagplaats.