Waarom gebeurt er een aanpassing?
Sinds 2 oktober 2023 legt de Vlaamse Regering hergebruik en infiltratie van regenwater op door middel van een nieuwe Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening Hemelwater (GSVH). In navolging hiervan heeft de stad besloten om het huidige rioolreglement aan te passen. Het rioolreglement (GR versie juni 2008) is namelijk niet in overeenstemming met de gewestelijke verordening hemelwater en werd aangepast om deze hierop af te stemmen.
Er werd een tussentijds reglement opgesteld, in afwachting van de opmaak van een nieuw reglement en/of verordening in 2024, om bepaalde administratieve problemen te vermijden met onder meer de vereiste aanstiplijst van het rioolreglement.
Het uiteindelijke rioolreglement zal opgesplitst worden in een stedenbouwkundige verordening rond hemel- en afvalwater en aanvullende voorwaarden van de stad (als rioolbeheerder) bij het Algemeen Waterverkoopreglement. De termijn om tot een volledig aangepast rioolreglement te komen loopt tot oktober 2025.
Wat verandert er voor aanvragen ingediend vanaf 27 april 2024?
Voor aanvragen ingediend vanaf 27 april 2024 dient de aanstiplijst niet meer meegestuurd te worden.
Voor infiltratievoorzieningen wordt de absolute voorkeur gegeven aan open en ondiepe (MV-50 cm) infiltratievoorzieningen zoals een infiltratiekom of wadi. Voor percelen met een aaneengesloten onbebouwde oppervlakte van meer dan 200 m² wordt een ondiepe open infiltratievoorziening verplicht.
De plaatsing van één of meerdere hemelwaterputten is verplicht bij:
- nieuwbouw;
- herbouwen van een gebouw;
- verbouwing van een bestaand gebouw met vernieuwing van de private riolering;
- uitbreiding van een bestaand gebouw.
Het regenwater afkomstig van de daken moet aangesloten worden op de hemelwaterput. Voor volgende handelingen kan hierop afgeweken worden mits voldaan wordt aan een aantal specifieke voorwaarden:
- uitbreidingen met een oppervlakte van minder dan 40 m²;
- nieuwbouw of herbouw van gebouwen met een oppervlakte van minder dan 40 m².
Waarom is het noodzakelijk dat de stad andere/strengere maatregelen neemt tegenover de GSHV?
Het gewestelijk kader werd opgemaakt voor het Vlaams gemiddelde (verkavelde) landschap. In een stedelijk/verstedelijkt gebied zoals Aalst bevinden we ons ver verwijderd van dat gemiddelde. Onze stad is, gelet op de omvang van het (verharde) verstedelijkte gebied, ontzettend kwetsbaar voor extreme neerslaggebeurtenissen. Daarom wordt het Aalsterse reglement gemaakt op maat van Aalst en niet op maat van dit Vlaamse gemiddelde.
Er zijn constante inspanningen van de stad op gebied van water- en rioolbeheer. Het blijven inzetten op het aanpassen van de reglementering is nodig om te kunnen omgaan met de nieuwe uitdagingen van de huidige waterproblematiek.
Verschillen met de GSVH?
Hieronder worden de grootste verschillen uiteengezet. Hou er rekening mee dat je steeds het rioolreglement zelf ook raadpleegt voor je je aanvraag indient.
- Voor de berekening van infiltratie- of buffervoorzieningen moet de totale afwaterende oppervlakte in rekening gebracht worden. Er kan niets in mindering gebracht worden tenzij je dit grondig kan motiveren (bijvoorbeeld als je wel kan voorzien in voldoende hergebruik). De Gewestelijke verordening voorziet in een vermindering van 30 m² per aangesloten woongelegenheid bij het in rekening brengen van de afwaterende oppervlakte. Dat is NIET mogelijk volgens het rioolreglement. Hier dient rekening mee gehouden te worden bij het invullen van de gegevens in het omgevingsloket bij het segment Hemelwater. Men dient voor projecten in Aalst “0” in te geven bij het aantal woongelegenheden dat men in mindering kan brengen.
- Er wordt geen noodoverloop van de infiltratievoorziening naar de riolering toegestaan. Infiltratievoorzieningen worden uitgerust met een noodoverloop, bij voorkeur, over het maaiveld naar de tuin. Enkel in uitzonderlijke gevallen en met grondige motivering van (de kans op) overlast kan de stad hier een voorwaardelijke afwijking toestaan.
- Septische putten en andere voorzuiveringen zijn principieel verboden bij alle woningen die op de riolering worden aangesloten.
Wat blijft er belangrijk?
- Het blijft noodzakelijk voor de beoordeling van de aanvraag dat het waterplan (Zie Rioolreglement C.15. De waternota) wordt aangeleverd bij de aanvraag.
- De Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening Hemelwater (GSHV) blijft van toepassing. Je kan steeds het technisch achtergronddocument raadplegen bij het opmaken van plannen (zoals de technische doorsnede van het waterverloop): Technisch achtergronddocument bij de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater (integraalwaterbeleid.be).
- Wanneer de open infiltratievoorziening dieper dan 50 cm wordt voorzien tegenover het originele maaiveld dienen er metingen te gebeuren om de gemiddelde grondwaterstand na te gaan indien men het volledige volume van de infiltratievoorziening wenst mee te tellen in de berekeningen.
Afwijkingen op het rioolreglement zijn in principe steeds mogelijk wanneer er grondig gemotiveerd kan worden waarom de afwijking noodzakelijk is. Bij twijfel of de afwijking voldoende gemotiveerd kan worden en/of deze aanvaardbaar is kan je contact opnemen via onderstaand mailadres.