Huis van het Kind als schakel
Huis van het Kind, op de binnenkoer van het stadhuis aan de Grote Markt, is de cruciale schakel tussen ouders en aanbieders van kinderopvang, zowel uit de privésector als van de stad. Hier kunnen Aalsterse gezinnen het hele jaar door terecht met al hun vragen over kinderopvang, voor opvoedingsondersteuning en voor medische opvolging. Ook de website kinderopvangaalst.be wordt hier beheerd. Adriaan Huyghe nodigt ons uit om te gaan zitten. We starten met het goeie nieuws: er komen 36 nieuwe plaatsen.
Adriaan: “We hebben er vanuit het Huis van het Kind heel hard op ingezet om 36 plaatsen voor Aalst te kunnen bemachtigen bij de Vlaamse overheid. Dat is hard nodig, want we zitten momenteel met een dekkingsgraad van 43%. Concreet: per 100 kinderen van 0 tot 3 jaar zijn er 1 180 plaatsen voor 2 714 kinderen. Ik werk hier nu vier jaar en ik zie de vraag groter en groter worden. Het is duidelijk dat we na corona een babyboom kregen en ook vanuit het inburgeringstraject is de vraag groot. Maar Huis van het Kind is een plek die toegankelijk is en blijft voor iedereen. Werken of studeren in combinatie met een gezin moet voor iedereen mogelijk zijn. En ook het pedagogische luik is een van onze speerpunten. De ontwikkeling van het kind staat centraal.”
“Werken of studeren in combinatie met een gezin moet voor iedereen mogelijk zijn”
De huidige 1 180 plaatsen in Aalst zijn verdeeld onder drie soorten van opvangmogelijkheden.
Adriaan: “Dat klopt. De meeste kinderen kunnen terecht in een kinderdagverblijf, een crèche. In Aalst hebben we 29 locaties, goed voor 936 plaatsen. Daarnaast zijn er de initiatieven van gezinsopvang, dat zijn de onthaalouders. Goed voor 32 locaties en 210 plaatsen. En dan zijn er nog twee locaties met samenwerkende onthaalouders, zij zijn goed voor 34 plaatsen.”
Goed nieuws: er staan nieuwbouwprojecten op til.
Adriaan: “Dat klopt. Kinderdagverblijf Oogappel wordt de komende jaren volledig vernieuwd en de kinderdagverblijven Duimelot en Molenwiekje worden samen in een nieuwbouw ondergebracht, waarschijnlijk in de buurt van woonzorgcentrum Sint-Job. En deze zomer opent ‘Speurneus’, een nieuwbouw op de site van de Gendarmerie, waarin de kinderdagverblijven Notendop en Pinnenmuts samen een nieuw onderkomen vinden. Als stad zorgen we ook voor een goede spreiding van de opvangplaatsen. Het is heel belangrijk om kinderopvang dicht bij huis te hebben.”
“Er zijn helaas nog altijd mensen die hun kind 2,5 jaar zien worden zonder een opvangplek gehad te hebben”
Minder goed nieuws: je hoort ook wel dat kinderopvang voor veel mensen onbetaalbaar wordt.
Adriaan: “Dan gaat het vooral over de vaste dagtarieven. Je hebt immers twee soorten tarieven: ofwel betaal je een vaste dagprijs, ofwel een tarief volgens je inkomen. De stad geeft premies aan alle aanbieders in de kinderopvang om de prijzen te kunnen drukken, want ook zij moeten uit de kosten kunnen komen. Toch kunnen de vaste dagprijzen een hap uit het budget van de ouders betekenen. Het grote merendeel van de Aalsterse kinderdagverblijven werkt gelukkig wel met een dagtarief volgens inkomen. Er zijn veel steden waar dat veel slechter verdeeld is. Maar om je een indicatie te geven van de urgentie van kinderopvang: vier jaar geleden waren er vaak nog vrije plekken bij de aanbieders met dagvaste prijzen. Nu zitten die ook vol.”
Hoe vangen jullie mensen zonder opvang op?
Adriaan: “Vandaag hebben we 141 dossiers voor noodopvang. Dat zijn mensen met een acute nood. Die worden door ons dagelijks opgevolgd en maandelijks hebben we overleg met de hele sector om tot oplossingen te komen. Maar toch zijn er helaas nog altijd mensen die hun kind 2,5 jaar oud zien worden, zonder vaste opvangplek.”
Nieuwe gebouwen en initiatieven zijn toe te juichen. Maar er is ook nood aan meer personeel. Geraken de vacatures ingevuld?
Adriaan: “Er zijn inderdaad meer helpende handen nodig. Er zijn vacatures, maar je moet ook de mensen krijgen die je zoekt. Een leeftijd of een profiel kun je daar moeilijk op plakken. Het belangrijkste is dat ze een hart voor kinderen hebben. En dat die mensen communicatief zijn, want tenslotte sta je ook dagelijks met de ouders in contact. Bij Huis van het Kind hebben we veel knowhow en een heel infopakket klaar over kinderopvang om mensen te steunen die geïnteresseerd zijn in deze job. Je kunt echt wel gelukkig worden van een job in de kinderopvang. Het is een hele mooie en dankbare sector.”
Op bezoek bij Kinderdagverblijf Duimelot
Kinderdagverblijf Duimelot opende in 1991 de deuren in een voormalige kleuterschool aan de Oude Gentbaan. Binnen dit en twee jaar wenkt een verhuis naar een nieuwbouw op een andere locatie. Verantwoordelijke An Lievens zal die verhuis niet meer meemaken. In september heeft ze nét geen 40 jaar dienst en dan zegt ze de luiers definitief vaarwel. An zag de wereld van de kinderopvang ingrijpend veranderen.
“Elk kind heeft recht op opvang”
“Om je een idee te geven”, glimlacht An, “toen ik in 1984 in kinderdagverblijf Oogappel begon, werden de kinderen nog in hun blootje door de ouders over de toog getild en aan de verzorgers gegeven. Wij staken ze meteen in bad en kleedden ze aan met kledij van ons. Daarna stopten we de kinderen in bed. De klemtoon lag toen vooral op hygiëne, wassen, plassen… Dat is in de loop van de jaren verschoven naar ontwikkeling en pedagogie. Ik kom ook nog uit de tijd van vóór de computers. Ouders betaalden hier alles cash, ik schreef facturen in drie exemplaren. Ik schreef mee aan het eerste kwaliteitshandboek.”
Andere tijden waren het, zoveel is duidelijk. Vandaag heeft het kinderdagverblijf een capaciteit van 61 kinderen. Dat aantal is gebaseerd op het aantal vierkante meter.
An: “In totaal hebben we een 80-tal dossiers, want niet elk kind komt elke dag. Onze kinderopvang is als enige in Aalst ook open op zaterdag, voor kinderen tot de leeftijd van 5 jaar. Planningen maken, dat is het moeilijkste. Per leefgroep zijn er drie mensen aan de slag. Per begeleider zijn er maximaal 5 kinderen bij de baby’s. Bij oudere leeftijdsgroepen loopt dat op tot 1 begeleider voor maximaal 9 kinderen, maar de overheid wil dat aantal ook verlagen. In het buitenland ligt dat aantal al lager.”
Zoals in de meeste kinderdagverblijven, zijn ook hier extra helpende handen steeds welkom. Er is een wachtlijst.
An: “Kort- en langdurig zieken worden vervangen door zogenaamde ‘vliegende ploegen’. Maar ook zij zijn met niet genoeg. Dat team kan slechts 1 op de 3 collega’s vervangen. Ouders kunnen tot maximaal 6 kinderdagverblijven aanvinken waar ze opvang wensen. Wij hebben veel aanvragen waar we niet aan kunnen voldoen. En dan moeten we in het oog houden dat we een mix van leeftijden opvangen: als we de wachtlijst chronologisch zouden opvolgen, zitten we binnenkort met een instroom van kinderen die allemaal 1 of 2 jaar zijn, dat kan ook niet… Ik begrijp dat dat voor paniek zorgt bij de ouders, elk kind heeft recht op opvang. Dat is ook nodig voor de ontwikkeling van een kind. We hopen dus dat we snel gemotiveerde nieuwe collega’s mogen verwelkomen om de kinderopvang in Aalst te versterken."
“Je bouwt een emotionele band op met de kinderen”
De taalpolitie voor flauwe woordspelingen vergeeft het ons nooit, maar we schrijven het toch: soms ben je in de wieg gelegd om met kinderen te werken. Neem nu Jennifer (29) en Yani (21). Het duo werkt in de leefgroep van de baby’s, de leeftijd van de kleintjes varieert hier tussen 0 en 15 maanden. Jennifer en Yani leggen hun oogappels in de watten en verliezen ze geen moment uit het oog. Ze vonden de job van hun leven.
Jeniffer: “Ook ik wist van kleins af al dat ik met kinderen wou werken. Ik moest als kind zelf al vrij vroeg een moederrol opnemen. Ik heb nu zelf een dochter van 7 jaar. Zij kwam uiteraard bij mij terecht in de opvang. Dat was niet makkelijk, want het kind moest rekening houden met verdeelde aandacht. Ik zie het hier echt als een tweede thuis voor de kinderen. Het geeft veel voldoening als je merkt dat je de juiste signalen oppikt van de baby’s. Ik herken de manier waarop ze huilen om te weten wat ze bedoelen. Het doet dan plezier te merken dat je het juiste doet om ze te helpen. Elke dag is anders. Maar ik kom altijd met plezier werken.”
Yani: “Oorspronkelijk studeerde ik voor leerkracht, maar ik werkte wel al drie jaar in een kinderdagverblijf als jobstudent. Sowieso zou ik beroepshalve iets doen met kinderen. Ik ben hier nu 1,5 jaar vast aan de slag. Daarvoor behoorde ik tot de ‘vliegende ploeg’. Maar ik had het hier zo naar mijn zin dat ik wilde blijven. Nu wil ik hier niet meer weg. Jennifer en ik hebben binnen de groep elk onze eigen ‘aandachtskinderen’. Met hen groeit zo makkelijker een vertrouwensband. Ook met de ouders bouw je een band op. Ik heb zelf nog geen kinderen, maar ik veronderstel dat het moeilijk is je kind zomaar in handen te geven van iemand anders. Het geeft voldoening als je dan merkt dat het goed lukt.”