straatgeveltuin

Waarom een geveltuin?

Geveltuinen zijn belangrijk voor een stad. Ze maken de straat mooier, brengen meer natuur in de stad en zijn goed voor het klimaat en de luchtkwaliteit. In de zomer koelen planten de stad af en helpen ze zo mee het hitte-eilandeffect en hittestress aan te pakken. Daarnaast produceren de planten zuurstof en filteren ze fijnstof. Op die manier verbeteren ze de luchtkwaliteit. Gevelplanten beschermen bovendien de woning tegen weer, wind en hitte en dragen op die manier bij tot het isoleren van de woning. Tot slot houdt een geveltuin ook CO2 vast. In het kader van het Klimaatplan, en meer specifiek klimaatadaptatie, is het dan ook van belang dat de aanplanting van gevelgroen in onze stad wordt gestimuleerd.

Ontdek de perfecte planten: een gids voor jouw straatgeveltuin

Wil je zelf een geveltuin aanleggen?

Wil je zelf ook graag een geveltuintje? Ontdek hier hoe je dit het best aanpakt in 5 eenvoudige stappen. 

  1. Voorwaarden 
    Voor een geveltuintje heb je een vergunning nodig en moet je aan een aantal voorwaarden voldoen.
    - Je bent eigenaar van de woning of de eigenaar van de woning gaat akkoord.
    - Het voetpad moet na de aanleg van de geveltuin een vrije doorgang van minstens 1 m behouden.
    - De breedte van een geveltuin mag maximaal 50 cm bedragen. Je staat zelf in voor het onderhoud van het tuintje. Het moet zo worden onderhouden dat het geen hinder of gevaar oplevert. In elk geval moet de vereiste minimum doorgang 1 m op gelijk welke hoogte vrij blijven.
  2. Vergunning aanvragen via Aanvraag straatgeveltuintje | Stad Aalst
  3. Plantenplan maken
    Als je aan alle voorwaarden voldoet én je hebt je vergunning bekomen na het indienen van jouw aanvraag, dan kan je van start gaan met het plantenplan. Let op dat je een klimplant kiest die past bij jouw gevel. 
  4. Plantvak graven
    Zodra je weet welke klimplant jouw gevel zal opfleuren, begint het echte werk. Verwijder de stoeptegels en de fundering van wit zand. Hou hierbij wel rekening met de voorwaarden in het reglement: het geveltuintje mag een maximale breedte van 50 cm hebben. Je graaft het best een plantvak van 30 cm diep. Onder het voetpad liggen vaak kabels en leidingen. Let dus zeker op dat je deze niet raakt. Liggen er toch kabels of leidingen, dan kan je nog steeds opteren voor lage beplanting.
    Je kan de verwijderde stoeptegels gebruiken als rand door ze verticaal te plaatsen.
  5. Vullen met (teel)aarde
    Na het graven van het plantvak vul je het vak met organisch verrijkte teelaarde. Dit hebben de planten nodig voor een goede start.
  6. Planten maar! 
    Je bent nu klaar met de voorbereiding. Tijd om te planten!
    Geef de planten meteen water, zodat de aarde tot tegen de wortels spoelt. Giet je kersverse geveltuin regelmatig, zeker in droge periodes. Wist je dat planten regenwater verkiezen boven leidingwater? Een regenton is dus een goede investering om ze gezond te houden.

Afgelopen actie

Kunnen we deze pagina inhoudelijk nog verbeteren? Laat het ons gerust weten