Preventie jongerengeweld
Een stijging in het aantal geweldplegingen door jongeren, binnen en buiten de schooluren in Aalst en ontoereikende tools om er op een adequate manier mee om te gaan, resulteerde in de preventiecampagne voor jongerengeweld 'COPE' (Countering Peer to Peer Violence).
Wat houdt het project COPE in?
- Weten wat het fenomeen “jongerengeweld” concreet betekent in de lokale context.
- Een multidisciplinair overleg oprichten waar alle stakeholders binnen de veiligheidsketen hun inbreng kunnen hebben, in de strijd tegen jongerengeweld.
- Een actieplan opstellen, waarin acties worden opgenomen m.b.t. bewustmaken van jongeren en hen weerbaar maken voor geweld, via scholen, verenigingen… aanbieden van een herstelgericht traject voor daders , i.s.m. het parket, om hen weerbaarder te maken en het aantal incidenten te verminderen. Een piloottraject kan worden opgezet bij gekende daders van jongerengeweld, i.s.m. lokale organisatie(s) die reeds rond time out e.d. werken.
- Maximaal ondersteunen van slachtoffers.
- Wapenen van ouders, professionals op scholen, in jeugdorganisaties, verenigingen en (sport)clubs, in de gezondheids- en zorgsector… om het fenomeen jongerengeweld beter te detecteren en er adequaat op te reageren.
- Het op poten te zetten van een uitgebreide samenwerking tussen alle schakels van de veiligheidsketen, m.b.t. het fenomeen jongerengeweld.
Geweld is nooit geweldig
De stad Aalst zet in op het voorkomen en bestrijden van geweld onder jongeren en de normalisering hiervan. Samen met alle relevante partners wil de stad de jongeren zelf (daders, slachtoffers en omstaanders) bewust maken van het feit dat geweld niet "normaal" is, hen sterker maken om op de juiste manier te reageren tegen geweld en slachtoffers weerbaarder maken. Anderzijds wil de stad ook de omgeving (school, ouders, opvoeders, verenigingen, ...) sterker maken in het omgaan met dit fenomeen.
Een bewustmakingscampagne van de stad tegen genormaliseerd jongerengeweld mondde uit in een digitale campagne en een tweedelig lessenpakket in het secundair onderwijs.