De voormalige Electrabelsite is een plek waar Aalst ooit een pioniersrol vervulde door het opzetten van een stoomnetwerk van ongeveer 50 km lang. Halfweg de jaren 2000 liep dat verhaal ten einde. De site kwam leeg te staan en raakte in verval. Zoveel jaren later vormt de Zuidkaai een belangrijke schakel in ‘De Kaaien’, een project voor stedelijke ontwikkeling aan de Dender. Goed voor 230 woonunits. Vandaag ligt een deel van de oude fabriek al tegen de grond, enkel de fotogenieke turbinehal en de schouw bleven overeind en wachten op een nieuwe bestemming. Staat ook nog overeind: het oude ingenieursgebouw, de voorbije jaren ook gekend als ‘Villa Vilander’. Exact een jaar geleden werd de zaak omgedoopt tot ‘Gruis’.
Uitbaatster Yasmine De Leenheer (28) maakt zich op voor een mooie zomer. De winterse koffiebar met zijn authentieke interieur transformeert zonnestraalgewijs naar een plek waar het heerlijk aperitieven is in de tuin. “Heel fijn, maar toch ook wel pittig,” geeft Yasmine toe. “Dat komt omdat ik naast deze job ook werk als zelfstandig grafisch vormgever. Ik werkte enkele jaren voor het grafische team van Tomorrowland, maar ik ontdekte mijn liefde voor de horeca hier verderop bij ‘De Looyerij’, in sportcentrum Schotte. In mei schakel ik over van daghoreca naar het weekend. Van koffie- en ontbijtbar naar aperobar met terras. Dan is iedereen welkom op vrijdag en zaterdag, tussen 14 en 22 uur en op zondag tot 18 uur. Niet te laat dus, om de buren niet te storen.” Begrijpelijk, want de buren komen wel erg dichtbij. Gruis stond een deel van de grote tuin af aan een gloednieuw appartementsgebouw, met uitzicht op het tuinterras.
Alles lijkt hier makkelijk
Sinds Kerstmis nam ook zanger Frank Vander linden zijn intrek in één van de appartementen van Zuidkaai. Verhuizen naar Aalst was voor Frank eerder een logische dan een grote stap. “Ik ben afkomstig van Steenokkerzeel en woonde eerder al in Brussel, Wambeek en Asse, maar ik had veel redenen om naar Aalst te verhuizen.
Mijn vriendin woont in Erembodegem, mijn kinderen gaan hier naar school, ik heb hier vrienden… De laatste zes jaar droomde ik weg: het zou toch tof zijn om in Aalst te wonen? Alles lijkt hier zo makkelijk, met zo’n easy going-mentaliteit. Aalstenaars zijn voor mij zo’n beetje de Australiërs van België. Het idee dat het leven niet altijd makkelijk is, maar dat we er toch altijd het beste van maken, dat leeft hier wel vind ik.”
“Voor mij zijn Aalstenaars zowat de Australiërs van België”
“Ook de tamelijk directe toon spreekt me wel aan. Soms keihard, maar wel met het nodige relativeringsvermogen. Dat zie je ook met carnaval. Een jaar of 6 geleden vierde ik dat voor het eerst. Vrienden zeiden dat carnaval hier veel aardser, cooler was dan elders. En ja, die eerste keer heb ik me uit puur amateurisme veel te hard gesmeten, na één nacht was het voorbij. Dit jaar heb ik de drie nachten beleefd. En niet één keer overgegeven. (lacht) Carnaval is een deel van het inburgeringsproces zeker? Al zul je mij nooit Aalsters horen spreken. Iemands dialect willen overnemen, dat vind ik bijna beledigend.”
Storm op Herderrock
“Hier in de buurt heb ik ook een atelier, een schrijfplek. Ook een voordeel. Ik ben bezig met mijn setlist van De Mens voor de zomer. Het enige wat ik hier in de streek ontbreek is een groot muziekfestival. Je hebt Rock Affligem en Rock Ternat, maar in Aalst is er niets. Al speelde ik ooit nog met mijn andere band ‘Hound Dog Jr.’ wel op het kleine Herderrock, in Herdersem. In 2011 was dat, enkele dagen na de rampzalige storm op Pukkelpop. De organisatoren van Herderrock stonden daar gehuld in opvallende oranje uitrusting, duidelijk herkenbaar, ‘want na Pukkelpop weet je nooit’. En beeld je in: na tien minuten spelen begon dat daar opeens keihard te waaien! Het licht viel uit, iedereen stoof uiteen, er ontstond een grappig soort paniek. En onze gitarist Jan Van Eyken die er in de chaos zijn sleutel was kwijtgespeeld en in het donker op zoek moest. Enfin, is daar toen maar bij een optreden van een goed kwartier gebleven. (lacht)”
Wat later op de avond vleit Frank zich neer op het terras ’t Elektriekske. Het volkscafé aan het rondpunt waar de Eugeen Bosteelsstraat, De Vilanderstraat en de Erembodegemstraat mekaar vinden, stond een tijdje leeg. Daar bracht Gerda De Leenheir verandering in. “Ik ben van Antwerpen afkomstig en hield ooit 12 jaar café op Île de Ré in Frankrijk. Terug in België werkte ik lange tijd in Aalsterse cafeekes die iedereen kent: Soleil, de Geniepegen Drauk en Den Babbelaer. Een eigen zaak was de volgende stap, ook al verklaarden sommigen me gek dat ik daar op mijn 58ste nog wou aan beginnen. (lacht)
Ik wilde een echt volkscafé, geen onpersoonlijke koude taverne. Dat hebben we al genoeg in de stad. Hier heb ik alles naar eigen smaak ingericht. Maandelijks organiseer ik hier een concert en ik neem ook deel aan Kunstoevers. Je gaat hier drie dagen kunst kunnen bekijken, op het rondpunt
komt een tentje.”
Ik wilde een echt volkscafé, geen onpersoonlijke, koude taverne. Dat heeft Aalst al genoeg.
Klant Jonathan kent ‘t Elektriekske nog van vroeger. “Ook de vorige eigenaars waren schatten van mensen,” zegt Jonathan. “Ik woonde al 24 jaar in Mexico en ga nog vaak op en af. Samen met jeugdvrienden Koen, Jonas en Valery kom ik hier graag iets drinken. En weet je wat ik erg vind? Dat onze cafécultuur verdwijnt. Dat viel me telkens op wanneer ik eens van Mexico terugkwam. Vroeger had je in elke straat 2 à 3 wel draaiende volkscafés. Onze generatie ging nog met zijn ouders op café, leerde er zijn beste vrienden kennen. Jongeren van nu kennen dat veel minder. Gelukkig zijn er nog mensen zoals Gerda die tegen de stroom ingaan. Dan zie ik terug een goed initiatief.”