Voor opslag en productie van springstoffen is er een federale én Vlaamse regelgeving én je moet daarvoor dus ook een vergunning aanvragen.
Federale springstoffenvergunning
Voor de aanmaak en opslag van ontplofbare stoffen, munitie en vuurwerk is een federale springstoffenvergunning nodig.
De wetgeving vermeldt 3 soorten springstoffen:
ontplofbare stoffen: salpeterkruit, dynamiet, ...
munitie: slagpijpjes, veiligheidsmunitie, …
vuurwerk: spektakel-, feest- en seinvuurwerk
De vergunning kan ingedeeld worden in 2 klassen.
Klasse 1
Springstoffenfabrieken.
Opslagplaatsen met spektakelvuurwerk (bedoeld voor professioneel gebruik door personen met gespecialiseerde kennis).
Opslagplaatsen met grotere hoeveelheden dan klasse 2.
Klasse 2
Werkplaatsen voor het laden van jachtpatronen bij wapensmeden en andere kleinhandelaars
Opslagplaatsen waarvan de inhoud beperkt is tot:
50 kg (netto) salpeterkruit en rookzwak kruit
500 kg (bruto) veiligheidslonten voor mijnwerkers
veiligheidspatronen voor draagbare wapens ten belope van 500 kg kruit
200 000 Flobertpatronen zonder kruit en slaghoedjes voor veiligheidspatronen voor draagbare wapens
25 kg (netto) explosieve massa feestvuurwerk en/of seinvuurwerk.
Vlaams reglement betreffende de Milieuvergunning (VLAREM)
Naast de federale vergunning, kan ook een Vlaamse omgevingsvergunning nodig zijn voor de:
opslag van springstoffen (VLAREM-rubrieken 17.2, 17.3.2. en 38.3)
productie, bewerking en verwerking van springstoffen (VLAREM-rubrieken 17.3.1, 38.1 en 38.2).
Een omgevingsvergunning wordt digitaal aangevraagd via het Omgevingsloket van Vlaanderen
Procedure
Een aanvraag voor een federale springstoffenvergunning klasse 1 dien je in bij de deputatie van je provincie.
Een aanvraag voor een federale springstoffenvergunning klasse 2 dien je in bij de gemeente via het aanvraagformuliermet nodige bijlagen en detailplan van de inrichting. Het formulier kan je per post opsturen of afgeven tegen ontvangstbewijs aan de themabalie Bouwen & Wonen. Je kan hiervoor online een afspraak maken via de knop ‘Maak een afspraak’ of ons contacteren via tel. 053 77 9300 om een afspraak te maken.
De vergunningsaanvraag moet opgesteld zijn volgens de voorschriften van de artikelen 9 tot 33, 212, 251 en 262 van het KB van 23 september 1958.
Binnen 4 maanden na ontvangst van jouw aanvraagformulier brengt het college van burgemeester en schepenen jou op de hoogte van haar beslissing.
Er wordt advies gevraagd aan de Dienst Reglementering Veiligheid van de FOD Economie en de Brandweer en er wordt een openbaar onderzoek georganiseerd.
Kost
Federale springstoffenvergunning: geen kosten.
Meer info
Federale regelgeving: Koninklijk besluit van 23 september 1958 houdende algemeen reglement betreffende het fabriceren, opslaan, onder zich houden, verkopen, vervoeren en gebruiken van springstoffen.