De Vrijheidstraat strekt zich uit tussen het Esplanade- en het Vredeplein. De drukke eenrichtingsstraat, aangelegd op het tracé van de oude stadsvesten, herbergt naast de brandweerkazerne en het Sint-Maarteninstituut (SMI) wel wat handelszaken. CHIPKA bezocht er enkele. Starten doen we bij de initiatiefnemers, Ann Heremans en Marleen Van Acker van Mio Sogno.
Veel voldoening
“Onze lingeriezaak bestaat nu 7 jaar in Aalst, maar in Dendermonde bestaat hij al 25 jaar. Die winkel is 3 à 4 keer groter. Ik ben zelf Aalsterse en veel klanten porden me aan om ook in Aalst een zaak te beginnen. Toen viel ik op dit pand.” Marleen baat de winkel uit. “Ik ben nu 58 en heb al heel wat jaren gewerkt als shopmanager in verschillende kledingzaken, onder andere bij het voormalige Mexx”, zegt Marleen. “Dat was een grote winkel, met veel personeel. Het was dus even wennen om hier alleen te staan in een veel kleinere winkel, maar het persoonlijke contact met de klanten heeft me wel meer voldoening. En geef toe, lingerie is toch een prachtig artikel he?”
50% kinderen bijziend
Vòòr Mio Sogno zijn intrek nam, werden in dit pand brillen verkocht door Optiek Sorgeloos, later Optiek Bogaert. De jonge Pascal Bogaert liep er stage en nam de zaak over in 2005. “Ik verhuisde zijn zaak naar de overkant van de straat”, vertelt Pascal. “Daar breidde ik verder uit. Mijn dochter Stephanie volgde ook de studie optiek en optometrie en draait nu al drie jaar mee. De toekomst is dus verzekerd.”
Pascal heeft een belangrijke tip in petto. “De laatste jaren merken we een forse toename van bijziendheid bij kinderen. Tussen dit en het jaar 2030 wordt voorspeld dat liefst 50% van de kinderen bijziend zal zijn. Van dichtbij kijken naar allerlei schermen speelt daar een grote rol in. In Aziatische landen is dat al veel langer een groot probleem. Elke 20 minuten zou je 20 seconden ver moeten kijken en elke dag zou je minstens 2 uur buiten moeten zijn, dan kijk je sowieso ver.”
Ook de buren van Optiek Bogaert komen oorspronkelijk van de overkant van de straat. De Aziatische voedingszaak ‘Gemrin’ ontstond 13 jaar geleden. De naam is een samentrekking van de voornamen van de zaakvoerders, de Filipijnse Gemma Bendano en haar man Rinaldi Van Impe.
“Gemma en ik waren collega’s in een fabriek”, vertelt Rinaldi. “Het was haar droom om een winkel te openen en ik ben haar gevolgd. Mijn moeder baatte ooit zelf een voedingszaak uit, in Nieuwerkerken. Zij vond mijn keuze om mijn werk op te geven eerst absurd, maar nu is ze wel fier.” Ook Gemma komt uit een familie van verkopers. “Mijn zus heeft een winkel in de Filippijnen en ook mijn moeder zit in de verkoop. Zij verkoopt de vis die mijn vader vangt. In ons assortiment vind je veel Thaïse producten, naast Japanse, Koreaanse en uiteraard Filipijnse. Veel klanten zijn Aziatisch, zij geven ons tips. Maar dat doen ook Belgen die terugkeren van op reis. Of ze komen hier toe met een lijstje ingrediënten dat ze gezien hebben bij Jeroen Meus (lacht).”
Toren van jade
Wie liever Chinees eet, moet wat verderop de straat oversteken. Posang Lee en zijn echtgenote Na Ji baten er restaurant ‘Yok Tha’ uit. “Mijn ouders startten met het restaurant in 1975”, vertelt Posang. “Toen nog in een pand aan de overkant, sinds 1984 hier. Mijn vader verhuisde in 1969 van Kanton (Ghuangzou), in Zuid-China, naar België. Hij volgde een schoolkameraad die een restaurant had in Beveren. Zelf ben ik geboren in Hong Kong. Op negenjarige leeftijd verhuisde ik met mijn moeder en mijn oudste zus ook naar hier. De drie jongste kinderen volgden nog later.
Ik liep school in het SMI en heb altijd meegewerkt in het restaurant. Het lag voor de hand dat ik de zaak zou overnemen. Dat gebeurde in 1999. De naam Yok Tha betekent ‘toren van jade’. Jade is een edelsteen die aanvankelijk wit is van kleur, maar die na lange tijd groen kleurt. Ik draag zo’n steen op mijn borst. Dat hij groen kleurt, is een teken dat ik gezond ben, volgens het Chinese geloof. Ik ben nu 57 jaar, na mij stopt de zaak. Mijn twee kinderen kozen voor een andere toekomst.”
Foto's van ezeltochten
Lekker eten is verder geen probleem in de Vrijheidstraat met een traiteur (Cochez), pizzeria (Saporito), een broodjeszaak (Tartino) een restaurant (Cote à l'Ost) en een bakker (Verleysen) in de buurt. Maar afsluiten doen we in een kapperszaak, recht tegenover de brandweerkazerne. Philip Van Marcke baat er al 38 jaar zijn herenkapsalon uit.
Het opschrift ‘Quasicorto’, is en Italiaanse kappersterm voor ‘niet te kort, niet te lang’. Er zijn nog meer verwijzingen in het kapsalon naar Philips geliefde Italië, maar toch is Londen voor hem het mekka voor herenkappers.
“In Londen ben ik klassiek opgeleid en ik school me er nog regelmatig bij”, vertelt Philip. “Hier in België zijn herenkappers een verdwijnend beroep. 25 jaar geleden besloot men om enkel nog unisex opleidingen aan te bieden. Er is nochtans een verschil: mannenkapsels moeten in een ‘V-vorm’ worden geknipt, vrouwenkapsels in een ‘A-vorm’. Toen we met een teveel aan dameskapsalons zaten, voegden velen er dan maar ‘-en heren’ aan toe. (lacht) Wil je exclusief herenkapper zijn, dan moet je nu de stiel in het buitenland leren. Ik ben nu 63, maar ik wil graag nog jaren doorgaan. Een kapper vervult ook een maatschappelijke rol. Mannen babbelen hier over hun persoonlijke problemen, maar even goed over voetbal, of over hun vakantie. En dan krijg ik foto’s te zien van hun bus en de ezeltochten die ze maakten en van hun roodverbrande koppen (lacht). Ik zou het nog lang niet kunnen missen.”