1. Bezwaar bij het college van burgemeester en schepenen
Wie niet akkoord gaat met een belastingaanslag heeft altijd het recht om een bezwaarschrift in te dienen.
De datum van ontvangst van het bezwaar is de startdatum van de procedure, ongeacht of het bezwaarschrift laattijdig is of vormgebreken vertoont. Een ontvangstmelding wordt in ieder geval gestuurd.
Het bezwaarschrift wordt gecontroleerd op zijn tijdigheid.
Artikel 9 §1, tweede lid, van het decreet van 30 mei 2008 bepaalt dat een bezwaar op straffe van verval moet worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag die volgt op de datum van verzending van het aanslagbiljet of van de kennisgeving van de aanslag (voor kohierbelastingen) of van de datum van de contante inning van de belasting (voor contantbelastingen).
Het bezwaarschrift wordt gecontroleerd op de vormvereisten.
Artikel 9, §1, eerste lid van het decreet van 30 mei 2008 bepaalt dat het bezwaar moet ingediend worden bij de bevoegde overheid, tegen een aanslag, een belastingverhoging of een administratieve geldboete.
Artikel 9, §2, tweede lid bepaalt dat het bezwaar schriftelijk, ondertekend en gemotiveerd moet zijn.
Er zijn dus vijf vormvereisten:
- Het bezwaar moet ingediend zijn bij de bevoegde overheid, nl. het college van burgemeester en schepenen, Werf 9, 9300 Aalst..
- Het voorwerp van het bezwaarschrift moet duidelijk zijn: door vermelding van aard van belasting, aanslagjaar, kohierartikel, bedrag van de belasting, bedrag van de verhoging (in geval van ambtshalve aanslag) of van de administratieve geldboete.
- Het bezwaar moet schriftelijk zijn.
- Het bezwaar moet ondertekend zijn: dit houdt ook in de vermelding van de identiteit van de belastingplichtige (naam, hoedanigheid, adres of zetel).
LET OP! Als een bezwaar wordt ingediend namens een onderneming is het belangrijk dat het bezwaarschrift ondertekend wordt door een persoon die gemachtigd is om de onderneming overeenkomstig de statuten te vertegenwoordigen, tenzij bij het bezwaar een volmacht wordt gevoegd waarbij de ondertekenaar van het bezwaar gemachtigd wordt om namens de onderneming een fiscaal bezwaar in te dienen. - Het bezwaar moet gemotiveerd zijn: door opgave van feiten en middelen.
OPMERKINGEN
- Het bezwaarschrift moet niet aangetekend worden ingestuurd. Een aangetekende brief is wel nuttig om de tijdigheid van het bezwaarschrift te bewijzen.
- Het bezwaarschrift kan via "duurzame drager" ingediend worden via e-mail met elektronische handtekening.
2. Beroep bij de rechtbank van eerste aanleg
De belastingplichtige/-schuldige wiens bezwaar door het College van Burgemeester en Schepenen wordt afgewezen kan deze beslissing betwisten bij de rechtbank van eerste aanleg te Gent binnen een periode van 3 maanden na de kennisgeving van de beslissing van het cbs op volgend adres:
Rechtbank van eerste aanleg
Opgeëistenlaan 401/A
9000 GENT
3. hoger beroep bij het hof van beroep
Tegen het vonnis van de rechtbank van eerste aanleg kan verzet of beroep ingesteld worden. Dit beroep moet ingesteld worden binnen de maand vanaf de betekening van het vonnis voor het aantekenen van verzet of beroep op volgend adres:
Hof van beroep van Gent
Koophandelsplein 23
9000 GENT
4. Voorziening in cassatie
Het Hof van cassatie neemt kennis van de beslissingen in laatste aanleg die voor het hof worden gebracht wegens overtreding van de wet of wegens schending van substantiële of op straffe van nietigheid voorgeschreven vormen.
Belangrijk om aan te stippen is dat aan het Hof van cassatie alleen rechtspunten mogen worden voorgelegd. De eiser mag er met andere woorden alleen over klagen dat de substantiële of op straffe van nietigheid voorgeschreven procedurevormen niet zijn nagekomen of dat de wet is overtreden. Het Hof van cassatie beslist als zodanig ook niet over feitenkwesties. Dit betekent niet dat het opperste gerechtshof met de feiten geen rekening zou mogen houden. Wat verboden is, is dat het Hof andere feiten in aanmerking zou nemen dan die waarvan het bestaan werd vastgesteld door de bestreden beslissing, door de procedurestukken en door de akten welke regelmatig werden voorgelegd aan de rechter die over de grond van de zaak heeft beslist.
Tegen het arrest van het Hof van beroep kan een voorziening in cassatie ingesteld worden binnen een periode van drie maanden vanaf de betekening van de bestreden beslissing voor de voorziening in cassatie op volgend adres:
Hof van cassatie
Paleis van justitie
Poelaertplein 1
1000 BRUSSEL