Taalsterk onderwijs De Duizendpootjes

Tekst

Mats, Grace en Youssef zijn er klaar voor. Ze zitten vooraan in de klas en gaan elk een stukje voorlezen uit het boek ‘Tip de muis gaat naar de tandarts’. Hun publiek: de leerlingen van het tweede leerjaar. Zelf zijn ze derdejaars. We zijn halfweg de Vlaamse Voorleesweek, een initiatief dat het belang en het plezier van voorlezen in de kijker zet. Voor stedelijke basisschool De Duizendpootjes is het een dankbare aanvulling op het lessenpakket. Want zij zetten net als alle andere stedelijke basisscholen in op taalsterk onderwijs. Een formule die zowel taalzwakke als taalsterke leerlingen een duwtje in de rug geeft.

Boeken in Utopia

“Zelf voorlezen is leuker dan luisteren”, vindt Mats. “Ik lees graag. Boeken van Bob Popcorn en Julius Zebra bijvoorbeeld. En aan de Sint vroeg ik een boek van Bakelandt.” Youssef vult aan: “Ik heb graag de boeken van Ninja Kid. Meestal lees ik op school. We halen onze boeken in Utopia, of in de boekenbox. Moeilijke woorden kunnen we aan de juf vragen. Thuis spreek ik met mijn ouders Berbers en ook Engels lukt al goed dankzij YouTube.” Grace houdt dan weer het liefst van boeken van Toy Story.

SBS De Duizendpootjes

Uitbreidingsles

In de klas van zorgondersteuner Carolien werken negen leerlingen uit het vijfde leerjaar samen aan een powerpoint over de Tweede Wereldoorlog. Hier wordt de ‘taalles uit de taalles gehaald’ en in een ander vak geïntegreerd. “Dit is een uitbreidingsles Wereldoriëntatie”, vertelt Carolien. “Leerlingen die sneller klaar zijn met hun werk in de klas, krijgen een extra uitdaging. Normaal mogen ze dan bijvoorbeeld een boek lezen. Maar dit is eens wat anders. Ze doen zelf opzoekingen over de Tweede Wereldoorlog en tegelijk leren ze door de context ook veel nieuwe woorden, die ze leren toepassen. Als ze klaar zijn mogen ze hun werk presenteren in de klas.”

SBS De Duizendpootjes

Taalspelletjes

Maar de meest geliefde methode om kinderen taal bij te brengen, is wellicht die via spelletjes. En dat is wat in de klas van juffen Elke en Frederica gebeurt. Verdeeld over zes tafels, spelen de leerlingen van het derde leerjaar verschillende woordspelletjes. “Ik sta nu 23 jaar in het onderwijs en ik merk dat er grotere extremen zijn tussen taalzwakke en taalsterke kinderen tegenover vroeger”, zegt Elke. “Er zijn nu eenmaal meer anderstaligen dan pakweg 10 jaar geleden. Het is een opgave om de taalsterkere leerlingen te blijven uitdagen en ondertussen de kinderen die meer ondersteuning nodig hebben, niet te verliezen. Dankzij de spelletjes leren de leerlingen nieuwe woorden. Zowel gewone als moeilijke woorden. Zo heeft elke leerling er wat aan, ook zij die sterk zijn in taal.”

SBS De Duizendpootjes

Er zijn grotere extremen tussen taalzwakke en taalsterke kinderen tegenover vroeger. Het is een opgave om de ene groep te blijven uitdagen en ondertussen de kinderen die meer ondersteuning nodig hebben, niet te verliezen

juf Elke

Kleuterafdeling

Tot slot krijgen we ook een blik op de kleuterafdeling. Want ook al wordt daar nog niet gelezen en geschreven, ook de allerkleinsten zijn actief met taal bezig. Dat pikken ze heel snel op. De derde kleuterklas werkt aan een eigen prentenboek. “Ze bezochten de bibliotheek en daarna maakten ze een mindmap over het woord ‘boek’”, vertelt directeur Hans De Meyst. “Welke woorden passen allemaal bij een boek? Woorden als ‘bladzijde’, ‘lezen’, ‘winkel’, ‘bibliotheek’… Zo leren de kleuters verbanden leggen tussen woorden. We nodigden ook een illustrator uit, die uitlegde hoe hij zijn tekeningen maakte. Zo zijn onze kinderen veel meer betrokken. En ook de ouders betrekken we, want zij krijgen de afgewerkte prentenboeken.”

infokader

Icon Select

Taalsterk onderwijs in drie pijlers

1. Engagement ouders t.o.v. Nederlands: Binnen de schoolmuren wordt er Nederlands gesproken. Van leerkrachten, ouders en leerlingen wordt er engagement t.o.v. het Nederlands verwacht. Op hun beurt stimuleren scholen ouders om zoveel mogelijk Nederlands te spreken. Zo zijn er oefenkansen Nederlands, bijvoorbeeld via ‘ouderbabbels’: ontmoetingsmomenten en activiteiten voor de ouders, zoals een geleid bezoek aan Utopia. 

2. Extra inzetten op Nederlands: naast gewone taallessen doet het stedelijk onderwijs extra inspanningen voor taal en lezen. Dit via verschillende leesprojecten (oudere kinderen lezen voor aan jongeren kinderen), minimaal een kwartier lezen per dag, aanleren van moeilijke woordenschat (taalspelletjes derde leerjaar) en taalactiviteiten gericht op kleuters (prentboek maken, klasbezoeken aan Utopia…

3. Uitdaging op maat voor taalsterke kinderen. Bijvoorbeeld via uitbreidingslessen. In het voorjaar van 2024 start een extra leerkracht die taalsterke kinderen nog beter zal begeleiden.

Lees hier het volledige beleidsplan

Kunnen we deze pagina inhoudelijk nog verbeteren? Laat het ons gerust weten