“Elk soort kraam is hier vertegenwoordigd”, weet markttoezichter Marc Peynsaert. “Vis, kip, groenten, fruit, charcuterie & kaas, bloemen & planten, brood en gebak en een hamburgerkraam. Enkel het textielkraam gaf verstek vandaag. Voor elk product is er maximaal één kraam, zo blijft het leefbaar voor iedereen. Het grote verschil met de markt van Aalst is dat de mensen hier komen om te kopen, terwijl je daar toch wel wat bezoekers hebt die gewoon wat gezellig komen kuieren. Hier hebben verkopers ook iets meer tijd om een babbeltje te slaan met hun klanten.”
Onze eerste halte is een groot viskraam met de gevleugelde naam ʻWapen van Marijs’. De jonge Nederlander Jan vertrok deze ochtend al om 5 uur in Goes, in Zeeland. “Nieuwerkerken doen we nu ongeveer één jaar”, zegt Jan. “Het is goed anderhalf uur rijden. Mijn vader en mijn zus staan vandaag ook op de markt, in Herzele. We doen bijna al onze markten in België, hier eten ze tenminste nog eerse vis. Wij brengen onze typische specialiteiten mee zoals kibbeling, inktvis en verse garnalen.”
Hier spreken we mensen met hun voornaam aan.
"We staan er altijd"
Heerlijke geuren waaien je tegemoet vanuit het kippenkraam ‘Rik en Kevin Van den Steen’ uit Moorsel. Vader Rik is elders aan het werk, de markt van Nieuwerkerken is een opdracht voor zoon Kevin en schoonzoon Kenneth. “Op mijn achttiende stapte ik in de zaak”, zegt Kevin. “Over die keuze heb ik geen moment getwijfeld. Ik ben de derde generatie.” Kenneth draait al 5 jaar mee, na een heuse carrièreswitch. “Ik werkte voor de FOD Financiën, maar bureauwerk was echt niet mijn ding. Het persoonlijke contact hier is veel leuker. En weer of geen weer, ons gerief is vers, we staan er altijd.”
Komst van de supermarkten
Marktkramers Roger en Daniëlle spelen een thuismatch met hun groentekraam. Enkele jaren geleden verhuisden ze van Aalst naar Nieuwerkerken. Roger doet dit werk al sinds 1992, Daniëlle sloot aan in 2009, nadat ze haar buurtwinkel in de Noordstraat voor bekeken hield. “Ik mis die winkel wel nog altijd,” zegt Daniëlle. Dat was bij ons thuis. Ik was 7 op 7 open. Op de markt hangt veel bezoek af van het weer. Maar ik hou van het sociaal contact. Sommige oudere mensen komen eenmaal per week buiten, naar de markt. Voor hun klapke. Dat is hun verzetje.”
“De winkel van Daniëlle was een goudmijn”, gaat Roger verder. “Maar door de komst van onder andere de Delhaize in de Dompelstraat en de sluiting van de bakker en de beenhouwer in onze straat, begon dat achteruit te gaan. Hier in Nieuwerkerken is nu een Okay gekomen. Ook dat voelen we wel. Onze drie kinderen hebben elk een job en ik wil niet stoefen, maar onze zoon leert nu voor dokter. Maar als we iemand nodig hebben, dan springen zij meteen in om ons hier te komen helpen. Dat is toch mooi he?”
Niet schatrijk
Ook overburen Anja en Glenn komen uit Aalst. Zij verkopen brood en gebak. “De klanten komen wel hoor, wacht maar tot de school uit is”, weet Anja. Al negen jaar staan Glenn en ik op de markt, ook op die van Aalst.” En wie we daar hebben: ‘stoeiten en maleiren’, het is Kjell Heyman. Kjell, een bekende figuur in de Aalsterse carnavalswereld, is al 8 jaar met zijn hamburgerkraam present op tal van markten en events in Groot-Aalst. Kjell stelde zich tweemaal kandidaat om Prins Carnaval te worden, in 2003 in 2005, maar dat leven heeft hij achter zich gelaten. “Ik sta met drie kramen op Carnaval, dat was zwaar werken, maar op dinsdag ging ik wel nog meevieren. Schatrijk ga ik van mijn hamburgers niet worden, maar een wekelijkse markt zoals die van hier, dat blijft het plezantste.”
De lente is in aantocht, het is de tijd van de viooltjes, primula, narcissen en hyacinten. De mensen trekken weer hun tuin in en dus breken er weer betere tijden aan voor het bloemenkraam van Stefan Goessens. Stefan baat ook een winkel uit in Sint-Lievens Houtem. Trouwe bezoeker Emilienne kocht net wat tulpen aan. “Ik ben geboren in Nieuwerkerken en woon om de hoek”, zegt ze. “Ik ben wel content over het aanbod hier, al mis ik het textiel wel. Ik heb de tijd nog gekend dat je hier onder andere ook een kruidenierskraam had met jutezakken, waar de koffiebonen kon kopen. Ik ben 78 en heb mijn auto weggedaan, maar ik ga ook nog graag met de fiets naar de markten van Aalst en Haaltert.”
Ik studeerde hotelmanagement, maar toen ik dit werk één keer deed ben ik het blijven doen
Het populairste kraam ten slotte is dat van Natalie Declerck. Op het laaghangende rode zeil lezen we ‘charcuterie en kaas’. Natalie spreekt iedereen met de voornaam aan. Dat gaat zo, als je al 40 jaar in de stiel zit. “Ik nam de zaak over van mijn ouders Albert en Rosie. nochtans heb ik hotelmanagement gestudeerd, maar toen ik hier één keer moest invallen, ben ik dit altijd blijven doen. Ik hou van de band met mijn klanten. Veel daarvan hebben mijn kinderen nog geboren weten worden en komen nu nog steeds.”
Ex-marktkramer
Afsluiten doen we zoals wel meer marktbezoekers en marktkramers doen, in het enige resterende café op het dorpsplein: Bij Sofie. De wit-paarse gevel en de paarse muren binnen, hebben volgens haar niks te maken met de voorkeur voor een voetbalploeg. “Ik zie dat gewoon graag”, zegt Sofie. “Op woensdag ben ik open tot 14 uur, maar ze maken er hier altijd 16 uur van (lacht).” “Ik hou nu dertien jaar café”, vertelt ze. “Vroeger samen met mijn mama, maar zij overleed 3 jaar geleden. Ik verloor eerder ook al mijn broer en mijn papa. Nu doe ik alleen verder. Het had ook anders kunnen lopen, want ook mijn mama was marktkramer. Zij verkocht huisdieren. Toen zij ermee stopte, waren mijn broer en ik te jong om het kraam over te nemen en inmiddels is de verkoop van levende dieren verboden. Maar ik hou nog graag café. Hier kunnen de mensen hun hart eens luchten.”