Raad voor Maatschappelijk Welzijn

De Raad voor Maatschappelijk Welzijn is het hoogste orgaan binnen het OCMW. “De Raad bepaalt het OCMW-beleid en stelt reglementen vast over ouderenzorg en de sociale dienstverlening”, aldus Wim Leerman. “Dit jaar zijn er 45 zetels te vullen in de gemeenteraad (dat zijn er twee meer dan nu, red.). Die 45 gemeenteraadsleden zullen ook allemaal zetelen in de Raad voor Maatschappelijk Welzijn. Vroeger sprak men van de OCMW-raad, maar die term dekt de lading niet meer. Sinds het OCMW en de stad samen het Lokaal Overheidsbedrijf Aalst vormen, spreekt men over Raad voor Maatschappelijk Welzijn. Da’s over heel Vlaanderen het geval.”

Vroeger werd de Raad op een heel complexe manier verkozen, met veel kans op politiek gefoefel. Nu is die procedure helder. “De Raad voor Maatschappelijk Welzijn wordt ook voorgezeten door de gemeenteraadsvoorzitter. Het is nu de vierde legislatuur dat de Raad die zelf kiest.” De Raad komt, net als de gemeenteraad, samen op de laatste dinsdag van de maand. Er is een openbare en een gesloten zitting.”

Dit jaar zijn er 45 zetels te vullen in de gemeenteraad

Wim Leerman

Vast Bureau

“Als de Raad voor Maatschappelijk Welzijn de parallel is van de gemeenteraad, dan kan je het Vast Bureau het sociale broertje van het college noemen”, aldus Wim Leerman. “Het Vast Bureau bestaat uit dezelfde personen als de burgemeester en schepenen en voert de beslissingen van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn uit. In het Vast Bureau spreken we echter niet over burgemeester en schepenen, maar over de voorzitter en de leden.”

Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst

Het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst (BCSD) is, naast het Vast Bureau, het tweede uitvoerende orgaan van het OCMW. “In Aalst bestaat het Bijzonder Comité uit acht leden en een voorzitter. Die voorzitter is daarnaast schepen van Sociale Zaken. De partijen kiezen zelf wie in het BCSD zetelt. Dat mogen leden van de Raad zijn, maar dat hoeft niet.”
“Het Bijzonder Comité is bevoegd voor maatschappelijke dienstverlening en integratie. Onder dat eerste verstaan we de  individuele zorg- en steundossiers. Wat moeten we doen om elke inwoner van Aalst een menswaardig leven te garanderen? Dat kan gaan van een financiële tussenkomst voor een wasmachine of een tandartsbezoek tot de opname in een WZC. Bij maatschappelijke integratie gaat het vooral over alle varianten op uitkering van leeflonen.” 

Het BCSD komt om de twee weken samen en behandelt zo’n 500 dossiers per zitting. “75% daarvan zijn lopende dossiers die een update krijgen. Bij slechts een kleine minderheid is er een hoorzitting nodig. Dan heeft het BCSD vragen bij een bepaalde aanvraag en kan die het advies van de maatschappelijk werker volgen of aanpassen.”

Het Bijzonder Comité stelt ten slotte ook adviezen op voor andere beleidsorganen. “Wanneer de leden voelen dat de armoede of drugsproblematiek stijgt, kunnen ze dat melden aan de Raad voor Maatschappelijk Welzijn. Ik probeer zeker ook één keer per jaar zo’n BCSD bij te wonen. Je wordt er met de neus op de feiten gedrukt en krijgt voeling met de kwetsbaarste thuissituaties in de stad. Het is een advies dat ik geef aan elk raadslid: pas hier besef je dat niet iedereen het makkelijk heeft én dat het in de meerderheid van de gevallen niet hun schuld is, terwijl het in de perceptie wel anders leeft.”

Klinkt cliché, maar elke stem telt

Wim Leerman

Provincieraad en deputatie

De tweede lijst die je op 13 oktober voorgeschoteld krijgt, is die voor de provincie. “Om de zes jaar verkiezen we ook een provincieraad. Vroeger bestond die nog uit 72 leden, tegenwoordig 36”, zegt Wim. “De provincieraad heeft een wetgevende rol – de reglementen van provinciale domeinen, bijvoorbeeld – een adviserende rol aan het Vlaamse en federale niveau, en een controlerende rol. De provincieraad ziet toe op de deputatie. Dat kan je wat vergelijken met een college. Uit de provincieraad worden vier gedeputeerden aangesteld, die elk bevoegd zijn voor verschillende domeinen. Samen met een provinciegriffier en de -gouverneur  vormen zij het dagelijks bestuur van de deputatie.”

Geen stemplicht, maar stemrecht

“Het klinkt cliché, maar elke stem telt”, zegt Wim over de afgeschafte opkomstplicht. “Als iedereen denkt ‘ik blijf thuis’, dán krijg je pas een vertekend beeld van wat de maatschappij denkt. Met je stem kan je enerzijds het huidige beleid evalueren en anderzijds richting geven aan de nieuwe beleidsperiode. Per legislatuur wordt er meer dan 1 miljard euro uitgegeven. Als belastingbetaler heb jij het volste recht om te bepalen wie dat geld aan wat uitgeeft.”

Wie is Wim Leerman?

Wim Leerman
  • Geboren in 1974 in het West-Vlaamse Veurne
  • Studeerde af als licentiaat Lichamelijke opvoeding en licentiaat in de Rechten in Brussel
  • Volgde een postgraduaat social profit & public management in Gent
  • Startte als OCMW-secretaris in Vleteren en Staden
  • Leerde z’n vrouw Wendy kennen in Deinze, op een opleiding van de VVSG, en volgde de liefde naar Oost-Vlaanderen
  • Werd in 2004 OCMW-secretaris in Geraardsbergen
  • Begon in 2013 als stadssecretaris in Aalst, in 2015 kwam het OCMW Aalst erbij en werd in 2019 benoemd tot algemeen directeur van het lokaal overheidsbedrijf Aalst
  • Papa van twee kinderen (14 en 15 jaar)

Kunnen we deze pagina inhoudelijk nog verbeteren? Laat het ons gerust weten